Referentiefuncties Contractcatering

Functiecategorie

Functieschaal

Leidinggevend


Hulp bij indeling

Het indelen van een functie in een bedrijf is: het vergelijken van de inhoud van die functie met de inhoud van één (of meer) referentiefunctie(s) en uit die vergelijking de juiste functiegroep afleiden. Dit moet, volgens de CAO, door de werkgever worden gedaan.

Gehanteerde begrippen:

  • Functiegroep: de groep van de CAO, waarin de bedrijfsfunctie van een werknemer wordt ingedeeld na vergelijking van diens bedrijfsfunctie met een referentiefunctie.
  • Bedrijfsfunctie: het geheel van taken en verantwoordelijkheden, zoals die in een bepaald bedrijf voorkomt en door de werkgever is vastgesteld.
  • Referentiefunctie: het geheel van taken en verantwoordelijkheden, dat voor een bepaalde werksoort kenmerkend is en in de bedrijfstak vaak voorkomt.

Om tot een juiste indeling te komen moeten de volgende stappen worden gezet:

STAP 1: Zorg voor een duidelijke geaccepteerde omschrijving van de bedrijfsfunctie.

STAP 2: Kies de juiste functiecategorie uit het Handboek Referentiefuncties.

STAP 3: Kies de best passende referentiefunctie(s) bij de bedrijfsfunctie.

STAP 4: Vergelijk de inhoud van de bedrijfsfunctie met die van de referentiefunctie(s).

STAP 5: Vaststellen van de indeling van de betrokken bedrijfsfunctie.

STAP 6: Informeer de medewerker over de indeling van zijn bedrijfsfunctie.


STAP 1: Zorg voor een duidelijke geaccepteerde omschrijving van de bedrijfsfunctie.

  • Omschrijf (als werkgever) met eigen woorden de belangrijkste verantwoordelijkheden en taken van de functie.
  • Bespreek de inhoud van de bedrijfsfunctie met de medewerker(s) en de betrokken leiding­gevende(n); zorg voor overeenstemming over de tekst, pas de bedrijfsfunctie zo nodig aan en laat de medewerker(s) ‘voor gezien’ en de leidinggevende(n) ‘voor akkoord’ tekenen.

STAP 2: Kies de juiste functiecategorie uit het Handboek Referentiefuncties.

In het Handboek zijn alle functies verdeeld naar functiecategorieën, zoals Catering algemeen, Beheerders-/managers-functies, Institutioneel en Inflight Catering.

  • Kies de juiste categorie, die past bij de in te delen bedrijfsfunctie.
  • Soms heeft u meerdere categorieën nodig. Dan kunt u referentiefuncties ‘lenen’ uit andere categorieën.

STAP 3: Kies de best passende referentiefunctie(s) bij de bedrijfsfunctie.

  • Kies de referentiefunctie(s), die qua belangrijkste verantwoordelijkheden en taken en (eventueel) qua ‘kenmerken van de functie’ of ‘kenmerken bedrijf’ het best passen voor vergelijking met de bedrijfsfunctie.
  • Kijk zo nodig in de Verwijzingslijst om de bestpassende referentiefunctie te kiezen.

STAP 4: Vergelijk de inhoud van de bedrijfsfunctie met die van de referentiefunctie(s).

  • Stel vast welke verschillen tussen de belangrijkste verantwoordelijkheden en taken van de bedrijfsfunctie en die van de referentiefunctie(s) aan de orde zijn.
  • Stel vast in hoeverre de moeilijkheidsgraad van de belangrijkste verantwoordelijkheden en taken van de bedrijfsfunctie verschilt van die van de gekozen referentiefunctie(s).

N.B.  Wanneer de ene functie meer of minder verantwoordelijkheden en taken bevat dan de andere, maar het gaat om verantwoordelijkheden en taken van eenzelfde soort en moeilijkheidsgraad, dan worden de functies op dit punt als gelijke beschouwd.

=   Het niveau van de bedrijfsfunctie is gelijk aan dat van de referentiefunctie als:

  • de verantwoordelijkheden en taken ongeveer gelijk zijn aan die van de referentiefunctie;

      én;

  • de moeilijkheidsgraad van de verantwoordelijkheden en taken ongeveer gelijk is;
  • en als gevolg hiervan: er ongeveer evenveel kennis en vaardigheden worden vereist als in de referentie­functie.

-   Het niveau van de bedrijfsfunctie is lichter dan dat van de referentiefunctie als:

  • er duidelijk minder verantwoordelijkheden en taken aan de orde zijn als in de referentiefunctie;

      en/of:

  • de moeilijkheidsgraad van de verantwoordelijkheden en taken lager is;
  • en als gevolg hiervan: er minder kennis en vaardigheden worden vereist als in de referentiefunctie.

+   Het niveau van de bedrijfsfunctie is zwaarder dan dat van de referentiefunctie als:

  • er duidelijk meer verantwoordelijkheden en taken aan de orde zijn als in de referentie­functie;

      en/of:

  • de moeilijkheidsgraad van de verantwoordelijkheden en taken hoger is;
  • en als gevolg hiervan: er meer kennis en vaardigheden worden vereist als in de referentiefunctie.

STAP 5: Vaststellen van de indeling van de betrokken bedrijfsfunctie.

In normale gevallen zal de conclusie over het niveauverschil tussen bedrijfsfunctie en referentiefunctie tot de volgende indeling leiden:

=   gelijk: indeling in dezelfde groep als de referentiefunctie;

–   lichter: indeling één groep lager dan de referentiefunctie;

+   zwaarder: indeling één groep hoger dan de referentiefunctie.

Het is mogelijk, dat de indeler twijfelt over de juistheid van de indeling. In zo'n geval dient de indelingsprocedure herhaald te worden met een andere referentiefunctie, liefst van een ander niveau dan de eerste referentiefunctie. Uit de combinatie van uitkomsten kan meestal een definitieve conclusie worden getrokken.


STAP 6: Informeer de medewerker over de indeling van zijn bedrijfsfunctie.

  • Deel de medewerker mee in welke groep de bedrijfsfunctie is ingedeeld en met welke referentiefunctie(s) de bedrijfsfunctie is vergeleken.
  • Vermeld de functiegroep en de gekozen referentiefuncties op de arbeidsovereenkomst.
  • Geef de medewerker inzage in de gevolgde indelingsprocedure en in het gehanteerde materiaal en wijs hem op de beroepsprocedure.